Reacties en foto's

  • ZA 18/02
    Duinvalleien rood van kruipwilg tussen Castricum en Egmond
    15 km
    Noord-Holland, Castricum - Egmond aan Zee
    9/10 deeln.
  • ZA 18/02
    Duinvalleien rood van kruipwilg tussen Castricum en Egmond
    Noord-Holland, Castricum - Egmond aan Zee
    15 km
    9/10 deeln.
  •  

  • dik v

    ( organisator / routebegeleiding ) 19-02-2023

    Het was weer een mooie vrij ontspannen en gezellige wandeling gisteren door de duinen van Castricum naar Egmond aan Zee. Waarbij naar mijn idee voor iedereen ruimte was en het eigenlijk niet uitmaakte of je wat meer door wilde lopen door de lange uitgestrekte duinvalleien met rood kleurende kruipwilg of dat je wat rustiger aan wilde doen om wat meer om je heen te bekijken en sommige dingen beter te bekijken. (Ik vind dat beide moet kunnen.) Zoals de peperbussen die we bij een duinovergangetje zagen, een soort aardster met gaatjes boven in een platte kop (als een pepervaatje). Of de korstmossen zoals zomersneeuw met opkrullende witte blaadjes, struikachtige rendiermossen, leermossen met forse bruine, zwarte en wit verkleurde bladeren en een groen bladvormig korstmos op een boom, met ook hier en daar geel dooiermos (vooral vlier en meidoorns), die op stikstof overschot wijzen. Hier aan de kust veroorzaakt door het onverklaarde van zee binnenwaaiende stikstof (wellicht van schepen, maar we weten het niet).
    Het weer was van het type dat de laatste tijd overheerste: bewolkt met doorbrekende zon tot zonnig met toenemende bewolking. Afgaand op het weerbericht op tv en in de krant leek het de afgelopen week een regenachtige dag te zullen worden, maar op de verschillende weersites zoals buienradar waren al zonnetjes te zien in een groot deel van de middag. Wel voor de zekerheid regenkleding in de tas, maar niet nodig gehad. Uiteindelijk gisteren vooral aan het begin van de middag zonnig en later wat meer bewolkt met grijsblauwe tinten aan de zuidelijke hemel. Begonnen met een voor mijn doen grote groep van 10 deelnemers, ik had op het eind het deelnemersaantal nog verhoogd van 8 naar 10. Bijna de hele tijd vol in de wandelagenda. Vanaf Castricum aan Zee aan zee liepen iets voor 2 uur drie deelnemers terug naar Castricum. De ene nog herstellend van ziekte en nog niet helemaal fit (en aan het begin al aangekondigd) de andere met de voor mij wat eigenaardige en niet echt acceptabele argumenten dat de kinderen vanavond wilden eten en ze ook nog een afspraak hadden. Beide lijkt me van te voren te voorzien. Waarom blijf je in zo'n geval een maand op een volle deelnemerslijst staan in hemelsnaam. Bovendien raakt het me als organisator en voel ik daardoor in zo'n geval nauwelijks serieus genomen. (Waardoor ik de neiging heb op zo'n moment volstrekt niet meer met iemand te willen bezighouden. En je vertrouwen in mensen en hun argumenten wordt er ook niet beter op.) Voor het overige hebben we de wandeling door de prachtige duinvalleien van de Kil en het Rgger Sandersvlak gewoon voortgezet. Met aan het afloop nog een gezamenlijk afscheidsdrankje bij de Parel van Egmond vlak bij het busstation met 6 van de 7 overgebleven deelnemers. Onder een in elkaar gevlochten soort art nouveau-lamp met rode kelken. Voor het eerst had ik afgesproken bij museum het Huis van Hilde aan het begin van de wandeling (omdat deze op een zaterdag was en de Tuin van Kapitein Rommel aan de andere kant van het station, een erg mooie afspreekplek op zaterdag niet open is). Het bleek dat het nuseumcafé niet voor iedereen te vinden was, dus begonnen we de wandeling op het pleintje voor het museum.
    De wandeling van Castricum naar Egmond aan Zee was de eerste wandeling die ik voor de wandelsite organiseerde in 2014, toen ongeveer 14 km (net zo lang als de NS-wandeling). Een beetje kort vond ik en maakte er met een extra lusje bij Castricum een wandeling van van tegen de 20 km. De laatste jaren is hij weer teruggebracht tot 14 en later 15 km. Met toevoeging met een lusje over het hoge uitzichtduin boven de Bleek, met oude historische bleekvelden van wasserijen bij Egmond, het uitzichtduin en de bleekvelden vormen een historisch en aardkundig monument. De wandeling heeft een beetje twee verschillende stukken. Het eerste stuk naar Castricum aan Zee vooral door oud duineikenbos, aangeplant eind 19e eeuw voor het kappen van eikenstammetjes waarvan de schors werd gebruikt om leer te looien, en daardoor op sommige plekken vol grillige eiken en eikestobben met een kring van (om de zoveel jaar) stammetjes op de soms in de grond verborgen originele stam (de stobbe) waar de stammetjes uit groeiden, na elke kap in een wijder cirkel. Met als aanloop een hoge trap het duin in naar de Papenberg aan de binnenduinrand met een nieuw uitzichtobject (vanaf Uitgeest zichtbaar bovenop het duin), met ver uitzicht en interessant vanwege een bijzonder flora met soorten van het zgn. zeedorpenlandschap, van plekken waar vroeger vee geweid werd. Vanuit het bos lopen we met een bloeiende gele kornoelje langs het fietspad en langs de Zeeweg naar Castricum aan Zee. Strandpaviljoen Zeezicht wordt verbouwd dus zoeken we een plek bij het wat prijzoge paviljoen ernaast. Lekkere taart. Het tweede deel van de wandeling heeft een heel ander karakter en gaat over de Vlewosche Weg door open duin, door een paar uitgestrekte natte duinvalleien van een bijzonder karakter (De Kil en het Regger Sandersvlak) met een aanloop vanaf Castricum aan Zee hoger achter de zeereep langs boven tegen de duinen van de zeereep aan met uitzicht over de door de zon beschenen duinen, soms alsof je uitkijkt over een berglandschap, met hier en daar de zanderige koppen van stuifduinen, en duinvalleien in de laagte. Verderop loopt de weg de natte duinvalleien in begroeid met in deze tijd van het jaar rood aangelopen kruipwilg, jammer genoeg nogal vergrast. (Het pad door de duinvalleien is van 1 maart tot 1 juli vanwege het broedseizoen afgesloten.) Vaak lopen hier Exmoor pony's of Hooglanders. Dit stuk is voor mij de reden dat ik deze wandeling een van mijn meest bijzondere duinwandelingen vind. Het pad over de Vlewosche Weg vind ik een van de mooiste paden die ik ken in de duinen, misschien wel het allermooiste. In de zomer vaak vol met bijzondere soorten als orchideeën en gentianen, met geurend watermunt en kruiptijm. In de winter ervaar ik het als een soort oer-landschap, zoals het er moet hebben uitgezien volgens plaatjes op de Friese en Groningse kwelders zo'n 2000 jaar terug. Met vooral hun uitgestrekte weidsheid. Je zou hier eigenlijk met zijn tweeën moeten lopen om de weidsheid beter te ervaren. Met zijn achten is dat toch wat lastiger.
    Na de Middenweg waar we een korte pauze houden bij een grote verweerde boomstam bij een poeltje (iets te veel in de wind), komen we in de buurt van Egmond met verderop een paar tot natuur omgevormde duinakkertjes met nu waterplassen met en zwaan en wat eenden en koeten. Dan kijken we uit op het hoge duinmassief aan de binnenduinrand boven de Bleek. Van een afstand kun je hier goed de structuur van het duin zien met naast elkaar liggende paraboolduinen met oude komvormige stuifkuilen onder de hoge bovenrand. Vanaf het hoge uitzichtduin met uitzicht op de historische bleekvelden dalen we op een mooie manier af naar Egmond aan Zee. Om iets voor half vijf zijn we aan de Voorstraat, met zijn zevenen nemen we nog een drankje als afsluiting. het is een erg mooie wandeling in de zomer, hoewel het dan op de soms zanderige paden warm kan zijn. Maar ik vind het ook denk mijn mooiste winterduinwandeling vooral door dat verlaten landschap van de duinvalleien dat me vaakt tegelijk stil maakt en opgewonden. Iedereen erg bedankt voor het meewandelen en voor de prettige en ontspannen sfeer. Wellicht tot een volgende keer. (Ik voeg nog een verslag toe van een vorige wandeling met meer informatie en foto's van een vorige wandling in dezelfde tijd, voor meer informatie en ter vergelijking.)

    Klik hier voor de foto's van deze tocht

  • dik v

    ( organisator / routebegeleiding ) 19-02-2023

    Hier een verslag van de wandeling van dinsdag 22 februari 2022 door de duinen tussen Castricum en Egmond aan Zee.
    Deze duinwandeling is al heel lang een van mijn favoriete duinwandelingen. Het was ook de eerste wandeling die ik in 2014 voor de wandelsite organiseerde. Vooral het stuk over de Vlewosche Weg achter de duinen van de zeereep langs, wat eigenlijk de kern is van de wandeling. Het pad loopt deels hoog achter de zeereep langs en deels dooruitgetrekte zeer bijzondere duinvalleien met kruipwilg. Dit deel van de wandeling is extra bepalend omdat het tussen 1 maart en 1 juli is afgesloten in verband met het broedseizoen. Dat is voor mij een reden om voor de sluiting op 1 maart deze wandeling te organiseren. Soms gaat het mis als ik de wandeling in gedachte op 29 februari heb gepland. Afgelopen twee jaren heb ik hem niet voor de wandelsite kunnen organiseren in deze tijd van het jaar, wel in de zomer en in het najaar. In de zomer als het pad weer open is kun je er o.a. orchidee-en, ratelaars, ogentroost, kruiptijm tegenkomen en als het meezit parnassia. De duinvalleien De Kil en het Regger Sandersvlak zijnwelhaast spreekwoordelijk voor wie zich met bijzondere duinflora bezig houdt. Vaak is het de moeite waard om rond eind augustus nog een terug te komen voor meer duizendguldenkruid en slanke gentiaantjes. Vorig jaar toen ik later door de valleien liep stond het op verschilldende plekken helemaal vol met uitgebloeide gentiaantjes. Wat als die gebloeid hadden. Dat moet je in februari dus niet verwachten. Dan loop je hier door een soort eindeloos oerlandschap zoals het er volgens plaatjes op de Friese en Groningse kwelders moet hebben uitgezien op de rand van prehistorie en historie. De kruipwilg kleurt de uitgestrekte natte duinvalleien achter de zeereep rood en vaak staan stukken van de vallei onder water. Een soort oerlandschap in een door duinen afgesloten vlakte. Dat is op zijn mooist te beleven vind ik in de winter, in februari vlak voor het pad is afgesloten, wanneer de uitgestrekte vlakte vol staat met dan rood kleurende kruipwilgen
    Volgens mij is het pad langs de Vlewosche weg een van de mooiste duinpaden die er is. Het karakter ervan is zeker uniek met zijn roodkleurende uitgestrekte vlakte met kruipwilg. Dat vind je echt nergens anders zo. Dat blijft voor mij een reden om deze wandeling elk jaar op het randje van de winter weer een keer te lopen. De tuin van kapitein Rommel tegenover het station in Castricum is een erg mooie en prettige afspreekplek, die erom vraagt wat eerder te komen. De sneeuwklokjes bloeiden nu helemaal in tegenstelling tot een week geleden en narcisjes al, ook paarse krokusjes en bij de ingang stond het mooie ouderwetse paarse primulaatje Wanda en een lichtblauw sterhyacintje (een scilla), waarschijnlijk gestreepte sterhyacint. Ondertussen is wel duidelijk dat het voorjaar dit jaar niet vroeg is. Van bloeiende sleedoorn of kerspruim was vorige week, in tegenstelling tot andere jaren nog geen spoor te bekennen. Op een enkele vochtige lichte plaats bloeit een geel bloemetje speenkruid. Wellicht het gevolg van de koude wind de afgelopen weken. De trein zorgde deze dag niet voor problemen. Er waren 3 deelnemers, niet veel. Een week eerder stonden er nog 8 op de deelnemerslijst, maar die waren met de stormen van de vorige week ook weggewaaid. Drie deelnemers is niet veel, niet wat je in je hoofd hebt als je een wandeling organiseert, maar wel een leuk groepje om mee te wandelen. Vanaf de Tuin van Kapitein Rommel, aan de dorpskant van Castricum tegenover het station, niet altijd voor iedereen meteen direct te vinden, lopen we riant onder het station door naar de duinkant.
    Bij de vernieuwing van het station het afgelopen jaar is er een zeer ruime tunnel onder het station door gekomen die beide kanten verbindt zonder dat je hoeft in en uit te checken. Daar staat het Huis van Hilde, het archeologish museum van Noord-Holland. Zeker een bezoekje waard, maar niet vandaag. Ook staat er trowuens een duinkaartjesautomaat. Langs het Huis van Hilde kun je daarachter de 31,5 meter hoge Papenberg op met cortenstalen uitkijkinstallatie, zoals vorige week toen ik hier een rondje rond de Kruisberg liep. Maar ik besluit op het laatste moment deze keer rechtsom over de Oude Schulpweg te lopen langs de Zanderij, een zandafgraving uit begin vorige eeuw waar een heel tuk Papenberg is weggegraven. Dat zand is volgens sommigen ook de reden dat de trein met een knik in zijn baan langs Castricum rijdt en er een station heeft. Het bollenveldje in de Zanderij ligt er nog steeds winterklaar bij. Onder de hoge beuken van de Oude Schulpweg staan wat sneeuwklokjes langs de rand van de weg. Maar van de blauwe bloemetjes van scillaatjes of sneeuwroem is nog niets te zien. Wel staan er de zwart gevlekte bladeren van gevlekte aronskelk die in mei gaan bloeien. Pal aan het eind staat het hoge huisje Kijk-Uit (van de familie Gevers, indertijs eigenaar van het duin), alsof het zijn nek uitsteekt, uit te kijken hoe je dichterbij komt, een jachtopziendershuisje, gebouwd voor de zandafgravingen. Links ligt ook nog het Hof van Kijk Uit, een mooie horeca plek voor als je uit het duin komt. We lopen langs het huisje van Kijk-Uit het duin in langs een defilee van sneeuwklokjes aan het begin van de Oude Schulpweg het duin in.
    Het had er alles van weg dat er regen was te verwachten, gelet op het weerbericht. Vooral tegen drie uur in de middag. Maar ook daarvoor. Omdat het al miezerde toen ik uit het station kwam, deed ik bij Kapitein rommel meteen mijn regenbroek maar aan. Mijn regenjack hield ik nog maar in mijn tas, maar toen het even wat harder ging regenen trok ik hem toch maar aan. (En ik bedacht dat ik op de buienradar eigenlijk twee golven buien had gezien, een rond 11 uur en een rond drie uur.) En daarmee bleek ik voor de rest van de dag weerbestendig, ook voor de wind. De wandeling is in de loop van de tijd zo nu en dan wel veranderd. De oorspronkelijke versie bleek te kort. Daarom breidde ik hem uit tot 20 km., met een lusje langs het zweefvliegveld. Dat werd weer te lang. Daarna ben ik op een gegeven moment in plaats van over de Schulpweg of door de zanderij over de Papenberg gaan lopen, die ik ontdekte via Pieter Jongkind die op deze manier zijn wandelingen hier begon. Zeker in de zomer is dat het mooist, vind ik. (Maar alledrie mooi, je zou ze eigenlijk alledrie tegelijk moeten kunnen lopen.) Als laatste is er een ommetje aan het eind bijgekomen langs het hoge duin boven De Bleek bij Egmond aan Zee. En zo is het de wandeling van 14,9 km. geworden die het nu is. Een mooie niet te lange duinwandeling.Over de Oude Schulpweg waarlangs waarschijnlijk eeuwenlang schelpen van zee het land in werden gebracht naar de kalkovens, lopen wij richting zee door een zeker 180-jarig eikenhakhoutbos met grillige kronkelende eiken langs het pad. Met monumentale eiken en eikestobben, eiken die eruitzien als een kring afzonderlijke stammetjes die uit een gezamelijke stam groeien. Het resultaat van de hakhoutcultuur waarbij de stammetjes om de pak weg 10jaar gekapt werden waarna ze weer aangroeiden en weer ... Sommige met een diameter van bijna 2 meter.
    De eiken werden gekapt voor de schors die werd gebruikt in de leerlooierij. Tot begin vorige eeuw er synthetische vervangers kwamen bijna 100 jaar geleden. Waarna de bomen door mochten groeien tot wat we nu zien. Voor de Brabantsche Landbouw, waar vroeger een duinboerderij was (op Brabantse akkerbouwleest), rechtsaf. Hier staan langs het pad nog meer grillige en rechte oude eikestobben op lage duintjes in een verder uitgestrekt vlak duingebied. We lopen langs een stuk open duin bij de Limiet in het Geversduin, waar vroeger een pompstation heeft gestaan en een stukje langs de Johannasweg naar nog een puntje open duin langs de Limiet. Langs het pad staat speenkruid, met enkele gele bloeiende bloempjes. Aan de andere kant staat kardinaalsmutsvuurzwam een zeldzame onogelijke zwarte zwam onderop een kaal stammetje van een kardinaalsmuts. Dan zijn we bij de stukjes bos bij de open Lepstukken en bossige Glopstukken aan de Leplaan, oud duinakkertjesland, van voor het waterwin-tijdperk, toen het te droog werd door al het aan het duin onttrokken water. Het laatste stuk van de Leplaan voor de Van Oldenborghweg is aan beide zijden van het pad gerooid, en ziet er nu wat treurig en kaal uit. Om meer licht en ruimte te scheppen voor lagere planten, goed voor insecten, en die weer voor vogels. Langs het fietspad van de van Oldenborghlaan bloeiende gele kornoelje. Even uitbundig lente. En dan langs de Zeeweg met uitzicht over de duinen tot aan het hoge Vogelduin, groene mosduinen en korstmossen langs de rand van het duin, naar paviljoen Zeezicht aan het strand bij Castricum aan Zee. Nog een (laatste?) keer coronacheck (nog tot vrijdag). Terwijl we iets eten en drinken met zicht op zee zijn ze buiten bezig alles schoon te maken na de storm van het weekend. Het belooft morgen een zonnige dag te worden.
    Bij Castricum aan Zee lopen we de Vlewosche Weg, ik vermoed dat de naam iets te maken heeft met Flevo , een romeinse naam voor een oude Rijntak die zich verbreedde tot Flevomeer in het gebied van de latere Zuiderzee, in hetzelfde gebied als het Oer-IJ dat voor het begin van onze jaartelling bij Castricum in zee uitmondde. Maar ik kan er niet echt iets over vinden. Het eerste stuk gaat tussen duindoornstruiken over een bij vlagen zanderig pad achter de zeereep langs, wat omlaag wat omhoog, dan omlaag naar natte duinvalleien met kruipwilg. De hoge duinen van de zeereep vormen een prima beschutting tegen de wind. We kijken het eerste stuk vanaf Castricum aan Zee uit op stuifduinen bij het hoge Vogelduin door de wind uitgestoven. Daarna uitgestrekte valleien in duinkommen; na de kruising met de Grote Veldweg kijken we uit op een markant dal met gras en kruipwilg met middenin een meidoornboompje. Dan lopen we omlaag de uitgestrekte duinvallei in met kruipwilg, die hier begint onderaan het hoge uitkijkduin de Hoge Toren waar de Duitsers in de tweede wereldoorlog een radarpost op hadden. In de lage duinvallei staat water op het pad, net als vorig jaar. We kunnen er hier makkelijk omheen. De witte donzige katjes op zijn takken die we hier vorig jaar ongeveer een week later eind februari zagen zijn er niet. De kruipwilg kleurt rood en geel en kleurt de vlakte. De katjes bloeien nog niet. wel zien we verderop wilgeroosjes een roosachtig galletje op bladknoppen op de takjes, grijsbruin, van vorig jaar. Het water blinkert tussen de rode en gele kruipwilg op de weg. Dan lopen we de uitgestrekte vallei in van De Kil die over zes dagen voor de vogels is. Hoewel op dit moment geen vogels de indruk wekken met broeden te willen beginnen. De uitgestrekte duinvallei kleurt rood en geel langs de Vlewosche Weg zo ver je kijkt. Een bijzonder landschap dat stil maakt en opgewonden tegelijk.
    Iets verderop moeten we wel wat hoger het duin op omdat de Vlewosche Weg in volle breedte onder water staat. Langs het pad liggen ronde waterpoelen, ronde bomkraters met water, uit de tweede wereldoorlog. Ik tel er op de satelietkaart acht links in de duinvlakte, een, misschien twee rechts. Vorig jaar bloeide er wat kleine veldkers in een grasrandje, en klein kruiskruid, dat normaal de hele winter doorbloeit. Maar dit jaar heb ik het vanaf september nauwelijks gezien, net zomin als andere overblijvende bloemen van het vorige jaar. Dan staan we aan het begin van het Reggers Sandervlak, de natste vallei, met veel water, met name waar de weg loopt. Soms met Exmoorpony s of Schotse Hooglanders. Vandaag niet. De Schotse Hooglanders hebben we trouwens wel eerder al gezien bij de Leplaan. Dat het hier onder water staat is langzamerhand gewoon, hoewel ik vorig jaar in het najaar nog ongeveer de weg door de laagte heb kunnen volgen. Door de vlakte loopt inmiddels een paaltjespaadje. Om tegen te gaan dat iedereen een eigen weg zoekt. We lopen links om het water heen en komen op een hoog zanderig duin uit met korstmossen langs het paadje in het zand, onder ander een bekermos met groene bekertjes. We lopen boven over naar het volgende dalletje. Niet lang daarna zijn we bij de Middenweg en naderen Egmond. Een dikke plat afgezaagde boomstam langs een waterpoel met kikkers later in het jaar biedt genoeg ruimte voor iedereen om te zitten. Op weg erheen kijken we uit schoolvoorbeelden van paraboolduinen die zich aaneengeregen hebben tot een kamduin. Een rij midden in het duin en dan nog een hogere bij het uitzichtduin op De Bleek. Het is een van de mooiste plekken die ik ken om te zien hoe paraboolduinen en kamduinen zich gevormd hebben.
    Het hoge duin bij de Bleek is dan ook niet voor niets een aardkundig monument. Een paneel legt uit hoe de duinvorming met paraboolduinen en kammduinen plaatsvindt. Om je heen kun je zien wat het resultaat is. Via een trap lopen we omhoog naar het uitzichtpunt. Behalve een aardkundig monument als voorbeeld van duinvorming is het duin ook een cultuurhistorisch monument als uitkijkpunt op de bleek, een open gehouden mooi groen grasveld dat van bovenaf goed zichtbaar. Vroeger lagen hier links en rechts van de Weg naar de Bleek bleekveldjes waar was werd gebleekt. Een getuige van de oude wasserijen en blekerijen die hier waren langs de duinrand, gebruikmakend van het water dat uit het duin kwam. Je kijkt er ook uit op een stuk lage oude duinen van ver voor de jonge huidige duinen, die zich (vanaf) zo een 1000 jaar terug vormden en veel overlast veroorzaakten met veel stuifzand. Ondertussen is de regen toegenomen. Niet de eerste keer trouwens dat ik hier boven op het duin sta in de wind en regen. Vanaf het hoge uitkijkduin dalen we af naar Egmond aan Zee langs nog een hoog duin, De Kaap, door een wat mij betreft erg interessant stukje duin met bijzondere planten, waar je in deze tijd van het jaar niets van ziet. Bremrapen, een soort parasieten, nachtsilene, oorsilenen kun je hiertegenkomen, net als op de Papenberg. Aardig om aan het begin en eind van de wandeling een soortgelijke plek te hebben met een soort zeedorpenlandschap, plekken waar indertijd het vee geweid werd, nu nog steeds met bijzondere plantengroei. Langs het pad staat er leermos in het gras, een (leerachtig) korstmos.
    Met uitzicht op Egmond aan Zee lopen we omlaag het duin uit. We lopen langs een veldje omhoog Egmond aan Zee in. En dan langs een straatje met houten hekwerkje en langs een trap weer omlaag naar het busstation. De bus naar Alkmaar komt net aanrijden, een van de laatste die nog voor vier uur bij het station is. Het gaat precies in deze tijd van het jaar als er niet zoveel te zien is. Wanneer er meer te zien is, wordt het moeilijker de trein van vier uur te halen. Misschien moet ik de zomerwandeling maar weer langer maken. Of een uur eerder beginnen. Of allebei. Het blijft wat mij betreft een bijzondere wandeling met een afwisseling van een stuk of vier verschillende onderdelen: het zeedorpenlandschap waar vee geweid werd op de hoge duinen aan het begin bij de Papenberg (vandaag niet) en het eind van de wandeling, het duineikenbos met zijn grillige eiken en eikestobben bij Castricum, tussenin de vlakke van het Geversduin, dan de Vlewosche Weg eerst boven langs de zeereep tussen de duindoorns met uitzicht op stuifduinen en duinvalleien en dan de uitgestrekte duinvallei roodkleurend van de kruipwilg, met daarna nogeen stukje zeedorpenlandschap bij Egmond aan Zee en het hoge duin bij de Bleek. Elke keer weer een mooie wandeling.

  • Er zijn (nog) geen reacties / foto's van deelnemers.