Reacties en foto's

  • WO 15/02
    Langs het water en door polder van Zaan naar duinrand
    16 km
    Noord-Holland, NS Krommenie-Assendelft - NS Castricum
    5/8 deeln.
  • WO 15/02
    Langs het water en door polder van Zaan naar duinrand
    Noord-Holland, NS Krommenie-Assendelft - NS Castricum
    16 km
    5/8 deeln.
  •  

  • dik v

    ( organisator / routebegeleiding ) 21-02-2023

    Een mooie wandeldag met aangenaam wandelweer woensdag 15 februari tijdens de wandeling tussen Krommenie en Castricum van Zaan naar duinrand. Het was weer het bekende weerbeeld van al weer wekenlang - ondanks het algemene weerbeeld van de weerberichten van wisselvallig en vooral nat weer: regen blijft uit en overblijft een afwisseling van wolken en zon met een vrij aangename temperatuur zolang je niet te lang stilzit. Een soort weer dat trouwens ook de weerberichten zoals van buienradar de dag te voren al opleveren. Weer zonder bovenste laag van jas tegen wind en regen gelopen en toch soms nog warm wanneer de zon schijnt. Met wel wat wind in het open polderland. Maar vooral met bijzonder licht. We vertrokken met 6 deelnemers van station Krommenie. Daar bleek de situatie toch niet helemaal overzichtelijk en duidelijk waardoor het even duurde voordat de laatste deelnemer, die overigens het eerst in Krommenie was, aansluiting had gevonden. Zijn naam blijkt trouwens door een of andere reden na de wandeling van de deelnemerslijst verdwenen.
    De wandeling van Krommenie naar Zaandam is een remake van een wandeling die ik waarschijnlijk in de 90'er jaren hier heb gelopen vanuit Krommenie, een van de oudste dorpen van de Zaan, langs de rand van het Berger- en Uitgeestermeer en die me later is bijgebleven als een verrassend aardige wandeling om te onthouden. Met name doordat het station van Krommenie verplaatst is, waardoor je niet meer vanaf het station meteen door de historische hoofdstraat ervan loopt vond ik de wandeling langs de rand van het water inmiddels te lang geworden. Nu moet je eerst door een later gebouwde wijk naar hoofdstraat met oude Zaanse woningen en 19e-eeuwse herehuizen lopen. Maar ik heb met de wandelroute langs de rand van de Noorderham naar Krommeniedijk met uitzicht op een typisch Zaans dijkje met Zaanse huizen, op de oude kerk van Krommeniedijk en oude Hollandse stolpboerderijen een landschappelijk zeker zo mooie, naar mijn idee nog mooiere wandelroute gevonden. Het is een voor mijn doen nogal a-typische wandeling geworden, omdat een overgroot deel over de verharde weg loopt. Maar ik vind hem landschappelijk zo interessant en aardig dat ik toch met plezier weer loop. Historisch en landschappelijk interessant, langs veel water, met uitzichten over de polder inclusief polderlicht. En een wandeling die je een beetje een gevoel kan geven van dit aparte stuk van Noord-Holland.
    Je loopt nu vanuit het station door een 20e-eeuws wijkje naar de historische Noorderhoofdstraat. Daar is ook een leuke en knusse plek om iets te drinken (ook lekkere taart en andere dingen) bij Tante Tee, echt een ontmoetingsplaats zoals ze zelf zeggen. Langs meer oude Zaanse huizen tussen een overdaad van recente nieuwbouw in loop je vanaf de oude kerk van Krommenie met houten toren naar de Noorderham. Een restant van de oude wateren hier vlak langs de Zaan die het IJ-gebied met de Noord-Hollandse meren (m.n. het Alkmaardermeer) verbonden, de Ham en de Crommeije, uitlopers van het IJ bij Amsterdam. Het historische karakter van de wandeling is daarmee ook gegeven: water. Van de uitlopers van het IJ langs in de 16e eeuw ingepolderde polders langs het zeer vlakke stroomgebied van het Oer-IJ tussen Uitgeest en Castricum naar de duinen bij Castricum. Er wordt hier al vrij lang gewoond. Zowel Krommenie als Uitgeest hebben sporen van een Romeinse grens en lagen kennelijk langs de grens van het Romeinse Rijk, hier in het gebied van IJ en Oer-IJ, een tak van de oer-Rijn hier in de Hollandse delta.
    De wandeling loopt verder langs de Noorderham naar Krommeniedijk en vandaar langs fort Krommeniedijk (Stelling van Amsterdam) door de uitgestrekte oorspronkelijk 16e-eeuwse Polder Uitgeester- en Heemskerkerbroek naar Uitgeest, grotendeels over een woensdag niet heel drukke weg, met uitzicht over de polder. Bij de Hoop met molen en horeca lopen we even van de weg af, langs haven en erfgoedpark de Hoop (met een stuk of 3 grote houten schuren met molen wat aan de kleine kant). Bij vrij chique restaurant Krelis waar het wat druk is houden we een wat uitlopende pauze. Volgende keer eens kijken bij de 3-Sprong in Uitgeest langs de Hendriksloot. Langs de 16e-eeuwse Tweede Broekermolen lopen we naar Uitgeest, vorig jaar een van de verrassingen van de wandeling, met een oud gemaal, oude fabriek en houten huizen, en ook met een interessante geschiedenis met bewoning vanaf voor Romeinse tijd (ijzertijd), Romeinen en vroege middeleeuwen hier aan de rand van het Oer-IJ. Drie deelnemers besluiten van hieraf direct naar het station, waar ik nooit echt blij van wordt, en wat ik soms wel begrijp. (Ik weet nooit goed wat overweegt dat mensen een deel hebben meegelopen en daar hun lof over uitspreken, of dat ze je met een half gezelschap achterlaten.) Wij overgeblevenen lopen Uitgeest uit, langs een huis met een bijzonder mooie tuin met o.a. bloeiende amandelwolfsmelk, net als vorig jaar met op sommige plaatsen een soort waaierachtige vergroeiingen (door kamvorming), die lijken op succulente Afrikaanse soorten wolfsmelk. (En ook met een nu bloeiende Chinese papierstruik, nog nooit gezien, zoals de mevrouw van de tuin ons vertelde.) Langs houten woningen en binnendorpse boerderijen en een bijzonder mooi stukje weiland met sloten en uitzicht op twee molens komen we bij de Hendriksloot aan de noordrand van Uitgeest. Op een dijkje rond een nieuwbouwwijk, op een plek met volgens archeologisch onderzoek zeer oude bewoning. Het grasdijkje brengt ons helemaal om het wijkje heen met uitzicht over het vlakke oude Oer-IJ-landschap met erdoorheen lopende oude brede sloten als laatste restanten daarvan, naar het zuiden toe langs de rand van Uitgeest uitlopend in de Dye, naar de naam suggereert een oude IJ-tak. Dan maken we over de Uitgeesterweg een oversteek door dit vroegere Oer-IJ gebied naar Castricum. Een gebied wat geologisch bepaald werd zowel als stroomgebied van de vroegere Rijn die hier lange tijd bij Castricum in de zee uitmondde als tegelijk een gebied waar de zee op zijn beurt het land binnenstroomde in een getijdengebied. En er is nog steeds genoeg open ruimte om dit beeld op te vullen. Vlak voor Castricum komen we langs de kasteelplaats Cronenburg met nog steeds een oude boerderij met die naam (van rond 1695), op een oude zandrug. Dan lopen we Castricum binnen over de Breedeweg door de Oosterbuurt, een oud buurtschapje met agrarisch karakter en een aantal oude stolpboerderijen, alsof je binnenloopt vanuit het verleden. Hier aan de zuidkant van Castricum was ook de middeleeuwse nederzetting waar de overblijfselen van de jonge vrouw Hilde werden opgegraven die haar naam heeft gegeven aan het archeologisch museum bij het station, het Huis van Hilde. De opgravingen lieten o.a. zien dat er ook toen al sprake geweest moet zijn van veel internationale uitwisellingen. Verderop worden de woningen 19e eeuws en begin 20e-eeuws, passeren we de kerk (oorspronkelijk uit de 11e eeuw) en staan in het centrum van Castricum. Met zijn drieën nemen we nog een drankje in een café, de anderen lopen door naar het station. Na nog een bijzonder laatste stukje. Wat mij betreft een prettige ontspannen waandeling met weer aardige en belangstellende mensen. Hoewel nogal veel asfalt zal ik de wandeling nog wel meer blijven lopen. Iedewreen bedankt voor het meewandelen en wellicht tot een volgedne keer. (Ik voeg voor wat meer informatie en ter vergelijking nog een verslag toe van de vorige wandeling en een link naar foto's van de vorige keer op 8 februari vorig jaar, zodat je niet zolang op plaatjes hoeft te wachten.)

    Klik hier voor de foto's van deze tocht

  • dik v

    ( organisator / routebegeleiding ) 21-02-2023

    Hier is een verslag van de wandeling van dinsdag 8 februari vanuit Krommenie langs Uitgeest naar Castricum.
    Op station Krommenie-Assendelft stapten 7 van de 9 deelnemers (plus 1 van de reservelijst) uit dezelfde stoptrein uit Amsterdam (de NS zeggen Sprinter, maar stoppen doet hij zeker). Een deelnemer was kortgeleden verhuisd naar krommenie en een was met de auto en misten we nog, maar kwam net op het laatste nippertje aanlopen, of eigenlijk vlak erna. Na veel sombere wandelingen met vooral veel bewolking of laag hangende bewolking, liepen we ineens in de zon, met boven ons rimpelwolkjes tegen een blauwe lucht. Voor velen een verrassing. Ik heb wel vaker geluk met het weer. Het is zeker meer dan twintig jaar geleden, ik denk in de negentiger jaren, dat ik hier een wandeling maakte die ik heb onthouden als een boven verwachting aardige wandeling, van Krommenie naar Castricum, langs de rand van het Alkmaarder Meer. Om niet te vergeten. De wandeling is me al die tijd bijgebleven als een die ik nog eens moest bekijken en opnieuw lopen. Ik zat in januari toen we ineens weer konden wat te zoeken naar wandelingen... dus dat moest er nu maar eens van komen. Bovendien is de winter een goede tijd om wandelingen uit te proberen. Geen interessante flora die erom roept op dat moment gezien te worden. Helemaal zeker of het vanuit Krommenie of Wormerveer was, was ik niet. Maar tussen Wormerveer en Krommenie loopt de Nauernasche Vaart die nauwelijks over te steken is. Een kwestie die veel wandelingen in het gebied die op het eerste gezicht interessant lijken, onmogelijk maakt. De verwarring wordt er ook door in de hand gewerkt dat het station Krommenie-Assendelft van Krommenie af verplaatst is, in 2008. Daarvoor liep je vanaf station Krommenie rechtstreeks Krommenie in, over de Zuiderhoofdstraat. In eerste instantie liep ik met de wandeling dan ook om Krommenie heen.
    De wandeling die ik zo n 20 jaar geleden liep, ging door de sfeervolle lintbebouwing van het dorp Krommenie en liep daarna langs het water van de Nauernasche Vaart naar het Alkmaardermeer. Jammer genoeg over een fietspad, maar met weids uitzicht over het meer. Omdat alles onzeker was, horeca bijvoorbeeld, vond ik de wandeling iets te lang en koos ik voor het moment voor een kortere variant waarvan ik op de kaart al geien had dat hij er zeker zo mooi uitzag. je miste alleen wel het grootste stuk langs het meer. Bij de voorbereiding zag ik dat de enige horeca die open zou zijn, inmiddels ook op dinsdag gesloten was (dat wordt echt een probleem met wandelingen op dinsdag). In de wijde omgeving was geen open horeca meer te vinden op dinsdag. Behalve Tante Tee bij de Nicolaaskerk in Krommenie na anderhalve km. Dat was een reden om de wandeling te verleggen en door het plaatsje zelf te lopen in plaats van erlangs over open nieuwe wegen. Een goed idee want Krommenie blijkt een bijzonder aardig plaatsje om doorheen te lopen. Het was ooit het Europese centrum van de zeilweverij waar het vooral in de 18e eeuw rijk van werd. In het hart van het dorp, met name langs de Zuider- en Noorderhoofdstraat staan nog verschillende groene en soms witte houten Zaanse woningen, vaak rijk versierd. Wel hier en daar afgewisseld met latere niet goed voor te stellen wanstaltelijkheden.
    Tante Tee was ook dicht, vanwege gebrek aan personeel, maar de kleine omweg door het centrum van het dorp was, maakte de wandeling meteen aan stuk interessanter. Overigens waren de Romeinen hier ook en bouwden er hun meest noordelijke wachttoren van Europa, maar daarvan is niets meer te zien. Je moet het als interessante kennis zelf meedragen. Vanaf de Nicolaaskerk in het centrum van het dorp loop je over de Heiligeweg naar het westen. De naam intrigeert, je denkt al gauw aan een oude processieweg. Over een van de sloten die door krommenie lopen en die mede het karakter van het dorp bepalen. Langs de Heiligeweg staan hier en daar nog groene houten Zaanse huisjes, onder ander een erg mooi eenvoudig huisje uit 1690 dat om onbegrijpelijke reden geen monument is, tussen bouwwerken uit recenter tijd, alleenstaande huizen van begin vorige eeuw, een rijtje sociale woningbouw uit dezelfde tijd, flats. Bij de Bieb (nieuwe bibliotheek) pakten we mijn originele oude route weer op, aan het begin van de Militaireweg. Maar eerst brachten we een bezoek aan de Bieb voor een kopje koffie of thee en wc-bezoek. De Militaireweg (grotendeels gebouwd in de 70er jaren) blijkt een tamelijk bijzonder buurtje te zijn uit een boekje met fotoos en verhalen uit de buurt met typische eigen sociale dynamiek en cohesie. Wat je niet ziet als je er langsloopt, dan zie je vooral de zzventiger jaren bebouwing. Misschien geldt hetzelfde ook wel voor veel andere onopvallende buurtjes in het land als je er aandacht aan geeft. De naam Militaireweg heeft er mogelijk mee te maken dat de weg een rol speelde in de Stelling van Amsterdam.
    Langs de weg loopt de Kerksloot, verderop langs de Heiligeweg gedemt, met over de sloot uitzicht op de kerk in het dorp. Langs de sloot staat een pol van een grote paardestaart een oude sporenplant, waarschijnlijk het vrij zeldzame schaafstro. In een tuintje bloeien gele winterakonieten, met sneeuwklokjes horend tot vroeg bloeiende soorten die het begin van het voorjaar markeren. Hier langs de Kerksloot wordt het landschap opener en verlaten we de bebouwing van Krommenie. De Militaireweg en de Kerksloot eindigen bij Busch en Dam, waar in 1357 het Crommenije (het Kromme Y), de verbinding tussen het IJ en het Alkmaarder Meer, door de Nieuwedam werd afgesloten. We buigen bij een paar oude stolpboerderijen af naar het noorden, over een pad langs het water de Noorderham waaroverheen de wind vrij spel heeft. Want een stevige wind staat er wel. Aan de overkant van een sloot staan speenkruid te bloeiend, mijn eerste bloeiende wilde planten dit jaar. Een bijzonder mooi pad, wel verhard, dat helemaal doorloopt naar de Krommeniedijk met uitzicht over het water aan de ene kant en de polder aan de andere kant met achter het vlakke groen de gevels van groene huisjes en stolpboerderijen langs de Krommeniedijk en voor ons het kerkje uit 1755, gebouwd op restanten van oudere kerken, een van de delen van het oude Krommenie dat bestond uit Krommeniedijk en Krommeniehorn (nu Krommenie). De dijk werd in het jaar 1280 aangelegd op last van graaf Floris de Vijfde, naar gezegd om Amsterdam tegen het water te beschermen, en het dorp Krommeniedijk is daarmee al ruim 700 jaar oud. Sneeuwklokjes staan te bloeien bij boerderijen en hier en daar in grote groepen zomaar langs het pad en de sloot. Bij Krommeniedijk steken we over een bruggetje de Crommenije over, die zich naar het noorden weer verbreedt. Daarna loopt 200 meter pad over een dijkje (maar je kunt ook de weg volgen), het eerste stukje onverhard pad, een korte sprintafstand. Naar het Fort Krommeniedijk op de hoek bij de Lagendijk, een fort uit de Stelling van Amsterdam.
    We volgen de Lagendijk langs de rand van de Polder Uitgeester- en Heemskerkerbroek, en in de wind. Door natuurgebied Ham en Crommenije. Bij een bocht van de dijk had ik gepland door te steken over een paadje langs de Crommenije over een dijkje naar het Alkmaarder Meer, maar het pad is niet te zien en het weiland waar het door zou lopen is afgesloten met een hek dichtgebonden door een touw, bovendien lopen er sloten door het weiland. Ik besluit over de Lagendijk verder te lopen naar Uitgeest. Op de kaart zag het er wel mooi uit. En zo komen we helemaal niet meer langs het Alkmaarder Meer, toch een van de redenen voor de wandeling. Iets verderop zijn ze met werkzaamheden bezig langs de weg. Iets verderop verlaten we de Lagendijk voor een ommetje langs het industrieel erfgoedpark De Hoop waar een grote schuur staat, De Hoop, en houtzaagmolen De Corneliszoon staat, genoemd naar Cornelis Corneliszoon van Uitgeest, uitvinder van de houtzaagmolen. Hier is ook restaurant Krelis, dat vandaag gesloten is. Om schuur en houtzaagmolen heen komen we, na de weg vragen, op een schelpenpad rond een recreatieplas waar nu eenden zwemmen in de wind, met misschien smienten ertussen met rode kopjes. Het tweede onverharde stukje. Bij twee grote stolpboerderijen en voor de Tweede Broekermolen komen we terug op de Lagendijk. over een grasdijkje langs de weg lopen we door naar Uitgeest.
    Het stuk Uitgeest waar we door lopen, blijkt leuker en interessanter dan verwacht. Langs het oude stoomgemaal Meldijk uit 1874, een oude fabriek uit 1911 met schoorsteen (zo te zien behangen met electronica), langs stolpboerderijen en houten huisjes in Hollands groen. Langs de weg bloeit in een tuintje op een typerende plek piepkleine witte vroegeling, een erg kleine witte kruisbloemige met mooie bloempjes met diep ingesneden bloemblaadjes zodat het lijkt dat ze er 8 hebben. Ze kunnen een hele plek wit kleuren met zijn allen. Mooi op een beschut plekje op open grond in de zon. Verderop staat een huisje met een moestuintje midden in het dorp met volop bloeiende amandelwolfsmelk, met groenige bloemen, langs de rand. Niet veel minder dan Krommenie. Aan de noordkant van het dorp ligt in een weiland molen De Kat, oorspronkelijk gebouwd voor bemaling van de polder De Zien. iets verderop ligt molen De Dog, gebouwd voor bemaling van de Castricummerpolder, met draaiende wieken in de harde wind langs de Hendriksloot, een van de oude waterlopen in het gebied die het Oer-IJ nog zichtbaar maken, en die teruggaat op de hoofdgeul van dit Oer-IJ. Het Oer-IJ was een noordelijke aftakking van de Rijn, die bij Castricum in zee uitmondde door een kilometers brede opening naar zee in de strandwal langs de kust; rond 500 v. Chr. kwam het gebied onder invloed van getijdewerking vanuit de zee waardoor een soort waddengebied ontstond. Rond het begin van de jaartelling sluit de monding van het Oer-IJ zich.
    We lopen op een smal pad langs de Hendriksloot langs de rand van Uitgeest, nog een stuk onverhard pad. Waarbij we een pauze houden in een groenstrook aan de rand van de bebouwing bij een picknicktafel en ijzeren bank. Enigszins in de luwte. De molen draait met luid suizende wieken. Komt daarna tot stilstand. Over het paadje buitenom de rand van Uitgeest, met uitzicht over de Castricummerpolder komen we bij de Uitgeesterweg naar Castricum. Het is zo n typische verbindingsweg tussen twee plaatsen waar scholieren graag gebruik van maken. In de polder een molentje met blinkerende metalen bladeren, langs een uitloper van de Hendriksloot, onder de Provincialeweg N203 door, over de boomloze weg met uitzicht over de polder. Langs de weg ligt een nat soortenrijk weidevogelland van de Hooge Weide met als doel het herstel en behoud van de weidevogels in de Castricummerpolder; de ondiepe waterpartijen trekken nu al duizenden foeragerende en broedende weide- en watervogels. Misschien erg mooi later i het jaar wanneer er meer weidevogels zijn. Langs de plassen lopen schapen. Aan de andere kant van de weg ligt de oude stolpboerderij Cronenburg waarnaast de oude kasteelplaats ligt met resten van het Huis te Castricum (1100) en later kasteel Kronenburg (tot 1450), op een hoge zandrug, midden in het voormalige binnendeltagebied van het Oer-IJ. Tegelijkertijd zie je voor je de duinrand achter Castricum hoog oprijzen met prominent de hoge Papenberg met opvallend aanwezig de Cortenstalen roestbruine uitkijkinstallatie bovenop, niet te missen uit de verte. Van dichtbij oogt hij wel bijzonder. Maar vanuit de verte vind ik persoonlijk het ding nogal opzichtig en aandachttrekkend bovenop de berg liggen. Dan lopen we over de Breedeweg door de Oosterbuurt tussen oude stolpboerderijen en hoge bomen naar het centrum van Castricum, een mooi afsluitend stukje van de wandeling. Al met al in ieder geval een heel interessante wandeling, door een stuk Noord-Holland waar je niet zo vaak doorloopt. En al met al een heel aardige wandeling. Zeker op een zonnige winterse dag. Ook op een winderige dag. je loopt in deze tijd van het jaar toch altijd door een uitgekleed landschap. (Maar geen wandeling voor warme zonnige dag in de zomer zonder wind.)
    Het is jammer dat het stuk langs het Alkmaardermeer uit de wandeling is geraakt. Maar het pad langs de Noorderham is zeker zo mooi. Krommenie en Uitgeest zijn leuke plaatsen om door te lopen. Met Zaanse huisjes en stolpboerderijen. Met het mooie plekje aan de Krommeniedijk bij het kerkje en de Oosterbuurt aan het eind van de wandeling. Met het uitzicht op de uitgestrekte polder met sporen van het Oer-IJ. Jammer dat zo n groot deel verhard is. En dat alle horeca dicht is op dinsdag. En het voorjaar begint zich te melden met sneeuwklokjes, winterakonieten, speenkruid en vroegeling. Ik ga nog eens naar de route kijken wat er eventueel aan te verbeteren is. Aan het eind konden we dan toch nog terecht bij Grand Cafe Balu voor een drankje en een stuk gebak, een mooie afsluiting van de wandeling.

  • Anneriek d

    21-02-2023

    Hallo Dik, ja, het was weer een mooie en interessante wandeling. Jammer dat ik in Uitgeest moest afhaken; kwam door treintijden, tarieven en avondafspraken. Volgende keer ga ik op een zaterdag mee, dat is veel relaxter. Dank en groet! Anneriek

    Ik vond het tempo: Ontspannen tempo (tussen 4,5 en 5 km/pu)

  • Agneta B

    21-02-2023

    Hoi Dik, bedankt weer voor het organiseren van deze mooie wandeling! Leuk om het nieuwe Erfgoedpark met restaurant Krelis te hebben ervaren. Het was gezellig met elkaar en de hamburger bij het Grandcafe na afloop smaakte erg goed. Fijn dat je weer een uitgebreid verslag met fotos erbij hebt gedaan, erg interessant. Iedereen tot ziens!